Soms gaat het mis

We hebben gezien dat het kunnen ervaren van pijnlijke emoties noodzakelijk is om uiteindelijk tot verwerking en aanpassing te komen. Als men daartoe zelf niet in staat is, of wordt gehinderd door de omgeving, is de kans groot dat het verwerkingsproces stagneert. Vaak toont de omgeving (en ook menig hulpverlener) emotiedempende reacties door in gesprekken vooral opbeurende opmerkingen te maken, goed bedoelde adviezen te geven of het onderwerp MS systematisch te vermijden. Ook de reeds genoemde vlucht in afleidingen kunnen de verwerking verstoren of tenminste vertragen. Ook kunnen de emoties zo pijnlijk zijn dat men zijn toevlucht zoekt tot de fles, een pilletje of andere vormen van verdoving. Hoewel al deze vormen van bewuste of onbewuste vermijding op korte termijn een positief effect hebben  het voelt even beter  ontstaat er een stagnatie van het verwerkingsproces met alle gevolgen van dien op de langere termijn.

Als men weet een lastige aandoening te hebben, en steeds opnieuw wordt geconfronteerd met de gevolgen daarvan, krijgt het bovenbeschreven verwerkingsproces niet altijd de kans om normaal te verlopen. Er is sprake van opeenvolgende reeks van ingrijpende gebeurtenissen, waarbij de volgende klap zich al weer aandient, voordat men de voorafgaande heeft kunnen verwerken. Er treedt dan een opeenstapeling op van onverwerkte emoties die extra kwetsbaar maakt voor nieuwe schokken. Bovendien vormt de verwerking van ingrijpende verliezen uit het verleden maar een deel van de last. Het heden en vooral de weinig rooskleurige toekomst zijn een minstens zo grote, zo niet grotere bron van zorg. Dit alles leidt tot een bijzondere vorm van emotionele reactie op PMS: het hebben van tegenstrijdige gevoelens oftewel ambivalentie.

Behalve eenduidige gevoelen van verdriet en boosheid, roept PMS ook veel verwarrende en tegenstrijdige gevoelens op. Gezien de onduidelijke en vooral ambivalente situatie waarin de patiënt verkeert, is dat een logische en functionele reactie. Enerzijds is men  gezond en in de bloei van het leven en anderzijds heeft men tal van klachten. Enerzijds blijven hopen op een werkzame behandeling, anderzijds weten dat de kans op genezing vrijwel nihil is. Kortom, aspecten van één en dezelfde situatie die moeilijk met elkaar zijn te rijmen. Ambivalentie kan ook ontstaan doordat bepaalde heftige emoties als angst, verdriet en boosheid enerzijds als erbij horend worden gezien, maar anderzijds als overdreven of te langdurig worden ervaren. In dat geval neemt men, al of niet versterkt door de omgeving, het zichzelf kwalijk dat men zo emotioneel reageert. Dit is op zich verwonderlijk want in feite is sprake van een gezonde reactie op een ongezonde situatie. Men spreekt in dit verband wel van een tweedeling in hoofd en hart. Verstandelijk beseft men dat de emoties normaal zijn, gevoelsmatig kan men ze echter niet accepteren. Voor veel mensen ontstaat hiermee een nieuw probleem: "Hoe kan het nou dat ik reageer zoals ik reageer, ik ben gewoon mezelf niet".  Het vervelende van dit laatste probleem, het niet kunnen verkroppen dat men emotioneel in de war is, is vooral dat het zich voor alle andere problemen posteert. Hierdoor ervaart men de situatie als grootste zorg, maar vooral de eigen ambivalentie en de daarmee gepaard gaande machteloosheid. Aan oplossingen bedenken voor de meer fundamentele achterliggende problemen komt men dan ook niet toe, zolang het 'voorliggende' probleem van de ambivalentie niet uit de weg is geruimd.

Stagnatie van het verwerkingsproces heeft een aantal nadelige gevolgen. In de eerste plaats blijven de emoties, hoewel onderdrukt, wel hun invloed uitoefenen. Dit uit zich vaak in symptomen als prikkelbaarheid, onrust, slaap- en concentratiestoornissen. In de tweede plaats betekent het onderdrukken van emoties een forse aanslag op de aanwezige energievoorraad. Dat is jammer want deze energie is juist hard nodig om zich fysiek en mentaal te kunnen handhaven. Op de derde plaats benemen emoties het zicht op de situatie en daarmee ook op de oplossingen voor de problemen die daarmee gepaard gaan. Dit laatste is heel vervelend; juist op het moment dat we ons hoofd het hardst nodig hebben, lijkt dit het te laten afweten. Hoe dit kan, ziet u in de onderstaande figuur. Onder cognitieve prestatie verstaan we het vermogen om ergens aandacht aan te besteden, logisch na te denken en rationele beslissingen te nemen.

Figuur x: Emotie-prestatie curve

De figuur laat zien dat bij afwezigheid van emotionele betrokkenheid (links onder) het cognitieve prestatie-niveau ook gering is. Als iets ons volstrekt niet interesseert, nemen we ook niet de moeite om er over na te denken; het maakt toch allemaal niets uit. Pas wanneer er sprake is van enige emotionele betrokkenheid, gaan we er over na te denken. We gaan het probleem wat analyseren en eventueel oplossingen bedenken. Naarmate een bepaalde situatie ons meer interesseert, zullen we er meer aandacht aan besteden en dit proces bereikt een optimale verhouding in het midden van de curve. Er is een redelijk sterke mate van betrokkenheid, we zijn alert, aandachtig en spannen ons in om tot een oplossing te komen. Tot zover is er doorgaans niets aan de hand. Het probleem is echter dat de curve nog verder naar rechts loopt. Problemen of situaties kunnen ons ook dusdanig emotioneel 'raken', dat daardoor onze aandacht en verstandelijke vermogens terug gaan lopen. We schieten als het ware door in de curve en raken uit het lood. De aandacht gaat niet langer uit naar het oorspronkelijk probleem, hoe ga ik om met mijn ziekte, maar naar de emotionele schade die wordt aangericht.