Onderzoek van andere lichaamsholten

Om andere lichaamsholten zichtbaar te maken worden andere contraststoffen gebruikt, die juist wél door het lichaam worden opgenomen. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat de stof in het lichaam achterblijft en daar onaangename reacties veroorzaakt. Ook de wijze van toediening van deze middelen is anders. Meestal worden ze met een injectienaald ingespoten. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek van gewrichten, zoals het kniegewricht. Men noemt dit arthrografie. De radioloog spuit dan een contraststof in, gecombineerd met lucht. Ook hierbij zorgt de dubbelcontrast techniek voor een goed beeld van de diverse delen van het gewricht. Het inspuiten geeft u echter een hinderlijk gespannen gevoel, zeker als u tijdens het onderzoek het gewricht moet bewegen. Zo'n gewrichtsonderzoek duurt ongeveer 30 minuten. Na het onderzoek moet u het gewricht nog een dag ontzien.