In welke gevallen heb ik recht op enige vorm van genoegdoeni

In de volgende gevallen heeft u recht op enige vorm van genoegdoening:

1.De behandeling die u als patiënt heeft gekregen is dermate onzorgvuldig of zelfs fout geweest dat u langer dan noodzakelijk ziek bent gebleven of dat u er zelfs lichamelijk letsel aan heeft overgehouden. Er is hierbij in elk geval sprake van fysieke schade naast de emotionele, sociale en materiële schade die dit soort situaties kunnen opleveren.

2. De onderzoeken, behandelingen of ziekenhuisopname hebben langer geduurd dan strikt noodzakelijk was of er zijn overbodige onderzoeken en behandelingen verricht. Behalve van emotionele schade is er in zo'n geval vaak ook sprake van materiële schade. Van materiële schade is eveneens sprake, als het ziekenhuis of de specialist u een te hoge rekening sturen. Daarbij is het niet van belang of u de materiële schade naderhand op uw verzekering kunt verhalen.

3.U merkt dat uw rechten als patiënt niet serieus zijn genomen. U heeft bijvoorbeeld niet de informatie gekregen waarop u recht had, er zijn onderzoeken of behandelingen bij u verricht waarvoor u geen toestemming heeft gegeven of men is onzorgvuldig omgegaan met uw persoonlijke gegevens. Er is hierbij sprake van emotionele en soms ook sociale schade.

4.U bent volgens u onjuist behandeld of onheus bejegend en de betreffende persoon heeft niet echt willen luisteren naar uw protesten hiertegen. Uw protesten zijn als onzin bestempeld. In hoeverre er in zo'n geval sprake is van 'schade' is vaak moeilijk te beoordelen, maar wel staat vast dat uw menselijke waardigheid is aangetast.

Het is u wellicht opgevallen dat in de vier situaties die hierboven staan beschreven, de schade steeds minder hard te maken is. Fysieke en materiële schade is duidelijker aan te tonen dan emotionele en sociale schade, terwijl aantasting van de menselijke waardigheid, zoals in het vierde geval, zeker niet objectief is vast te stellen. Men maakt in dit verband wel onderscheid tussen 'harde' en 'zachte' klachten. Bij harde klachten, zoals in de bovengenoemde gevallen 1, 2 en vaak ook 3, is er sprake van fysieke schade en/of materiële schade en/of aantoonbare schending van uw rechten. In de gevallen 3 en 4, waarbij de onheuse bejegening voorop staat, heeft men meer te maken met een zachte klacht.

Dit onderscheid in 'harde' en 'zachte' klachten heeft in de praktijk gevolgen voor de wijze waarop de diverse instanties met uw klacht zullen omgaan. Bij zachte klachten wordt vooral gestreefd naar een bemiddeling. Dat wil zeggen dat de instantie die uw klacht behandelt, bijvoorbeeld de directie van het ziekenhuis, overlegt met u en met degene(n) die u aanklaagt. Op grond hiervan brengt deze instantie een zwaarwegend advies uit over de genoegdoening die de aangeklaagde persoon u dient te verschaffen. Dit advies is dan weliswaar niet bindend, de aangeklaagde persoon hoeft zich er niet aan te houden, maar hij heeft daartoe wel een morele verplichting.

Omdat het bewijsmateriaal om de klacht te ondersteunen veel duidelijker is te leveren, komen harde klachten meer in aanmerking voor een juridische behandeling. Dat wil zeggen dat de officiële rechtspraak er zich mee zal bemoeien en dat de uitkomst een bindende uitspraak zal zijn waaraan alle partijen zich moeten houden.