Stemgebruik

Spreekstijl en stemgebruik zijn nauw met elkaar verbonden. Met uw stem geeft u kleuring aan uw woorden en daarmee instructies aan de luisteraar.

Hoe doe ik dat?

U bereikt dit door articulatie, luidheid, klank, intonatie, snelheid en ritme.

Luidheid en articulatie; deze zijn belangrijk bij groepsvoorlichting, zeker in een ruimte met slechte akoestiek of storend lawaai. Schreeuwen helpt in zo'n situatie vaak minder goed dan het duidelijk en langzaam uitspreken van de woorden.

Klank en intonatie; hiermee brengt u accenten aan om een slaapverwekkend en monotoon uitgesproken verhaal te voorkomen. Een levendige zinsmelodie met variatie in sterkte en nadruk is het devies.

Snelheid en ritme; veel mensen hebben de neiging om steeds sneller te gaan praten en dan ook nog aan één stuk door te praten. Dit geeft zowel de spreker als de toehoorder(s) een jachtig gevoel en haperingen zijn het gevolg. Dit leidt ertoe dat toehoorders de draad kwijtraken en meer op de presentatie dan op de inhoud van het verhaal gaan letten. Langzaam spreken en regelmatig een korte pauze van één à twee seconden inlassen voorkomt dit euvel, maar overdrijf dit niet. Te langzaam praten klinkt onnatuurlijk en maakt de presentatie saai.