Leeftijd en levensfase

In hoeverre de mens optimaal gebruik maakt van zijn capaciteiten, is in belangrijke mate afhankelijk van de wijze waarop het gebruik van die capaciteiten wordt gereguleerd. Deze regulatie hangt nauw samen met de waarden en normen die de betreffende persoon (en diens sociale omgeving) hanteert. Een van de meest ordenende principes die u zelf kunt hanteren, is dat van de chronologie i.c. dat van leeftijd en/of levensfase.

Hoe doe ik dat?
Hoewel we hier niet expliciet ingaan op de inhoudelijke aspecten, willen we er op wijzen dat (chronologisch geordend) de volgende leeftijds- en/of levensfasen relevant zijn :
1. puberteit
2. adolescentie:
3. vroege volwassenheid, met daarin deelaspecten als:
a. kinderwens
b. geboorte eerste kind
c. problemen met voortplanting
4. late volwassenheid:
a. meno/penopauze
b. pensionering
4. ouderdom